Wijk bij Duurstede

COTHEN - Bewoners aan de Hinkerstraat in Cothen kunnen niet verplicht worden om grond van hun achtertuin af te staan voor kavels in de nieuwbouwwijk De Kamp. Dat gebeurt alleen als zij daar vrijwillig mee instemmen, of als een woning leeg komt te staan vanwege een verhuizing. Dat blijkt uit de antwoorden van het Wijkse college van B en W naar aanleiding van vragen van de SP. “Verder geeft het college aan dat de woningstichting met de betrokken bewoners gaat praten”, meldt vragensteller Jan Oechies.

SP-raadslid Oechies stelde twee weken geleden vragen aan het college over de kwestie, nadat hij vernomen had dat enkele bewoners aan de Hinkerstaat zich ernstig onder druk voelden gezet door het optreden van woningbouwstichting Cothen. Wethouder Jan Burger heeft over de kwestie contact gehad met de woningstichting. “Daarbij is nogmaals bevestigd dat het uitgangspunt is dat grond alleen kan worden overgedragen als huurders daar vrijwillig aan meewerken”, aldus de SP-er.

De college laat in haar antwoorden verder weten het te betreuren dat blijkbaar één of enkele bewoners zich toch op een vervelende manier onder druk gezet hebben gevoeld. Vanuit de woningstichting is nadrukkelijk aangegeven dat dit niet de bedoeling is geweest. Oechies; “Verder blijkt overigens dat met de meeste bewoners van de Hinkerstraat wel overeenstemming is bereikt over het afstaan van enkele meters tuin. De woningbouwstichting zal daarnaast de huurders die zich onder druk gezet gevoeld hebben nog een keer uitnodigen voor een gesprek om eventuele misverstanden uit de wereld te helpen. Dat is mooi.”

Volgens de socialist wordt daarmee de kwestie netjes afgedaan. “We weten dat de woningstichting veel en goed werk verzet. Maar juist in een kleine gemeenschap moet je er op letten dat je als verhuurder in dit soort zaken zorgvuldig optreedt. Mensen moeten niet tegen elkaar uitgespeeld worden of op andere wijze tegen hun zin in zich verplicht voelen om iets te tekenen of te doen. Wij gaan binnenkort zelf ook nog eens op de koffie bij de woningstichting. Want het is belangrijk om de verhoudingen goed te houden en te bezien wat we voor elkaar kunnen betekenen in het belang van de volkshuisvesting”, eindigt Oechies.