Wijk bij Duurstede

Het college is het niet eens met de stelling van de PCG dat ‘amateuristisch’ is gehandeld bij grondaankopen in Langbroek. De onderhandelingen zijn volgens het gemeentebestuur juist succesvol geweest, omdat alle beoogde percelen tegen fatsoenlijke prijzen zijn gekocht. Het gaat om gronden bij de huidige sportvelden van SVL. Daar moeten een woonzorgcomplex, een nieuwe sportaccommodatie, de SPAR, woningen en andere voorzieningen komen.

Het PCG-raadslid Hans Marchal stelde vorige week vragen over de grondaankopen, prijsopdrijving, prijsverschillen en de overeenkomst met bouwbedrijf Schipper Bosch.

Het college heeft bewust niet gebruik gemaakt van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). Dat blijkt uit de antwoorden van SP-wethouder Jan Burger. Omdat de gemeente over de gronden beschikte die het centrum vormen van het te ontwikkelen gebied en eigenaren van omliggende gronden wilden overleggen over verkoop, was er volgens de wethouder geen behoefte aan.

Ook de bewering van de PCG, dat door vroegtijdig over de plannen te spreken de prijzen zijn opgedreven, spreekt hij tegen. Het college heeft altijd aangegeven dat er verschillende varianten waren om de plannen in Langbroek te verwezenlijken. “Daarmee hebben wij ons niet afhankelijk gemaakt van eventuele grondaankopen. Door als gemeente daarnaast bij onderhandelingen aan te geven dat we niet tegen elk bedrag gronden zouden aankopen, zijn wij juist prijsopdrijving tegengegaan.”

Bij de waardebepaling van de gronden is het college uitgegaan van een tarief voor voorzieningen en een tarief voor bouwgrond. Een deel van de gronden wordt met woningen bebouwd en andere gronden zijn uitsluitend bestemd voor sportvelden. Dit verklaart volgens wethouder Burger waarom bij de onderhandelingen verschillende tarieven zijn gehanteerd.

Het college bestrijdt ook de suggestie dat de grond van de Beatrixschool in Cothen mogelijk niet tegen een marktconform bedrag is verkocht. "Zoals in de berichtgeving al eerder is aangegeven hebben de onderhandelingen met bouwbedrijf Schipper Bosch geleid tot een overeenkomst waarbij de gemeente grond koopt in Langbroek voor de prijs die aanvankelijk aan de familie Van Os is geboden en verkoopt de gemeente grond in Cothen tegen een marktconform tarief. Wat betreft dit laatste: de gehanteerde meterprijs ligt boven die van de verkochte gronden in de Zuid-oosthoek van Cothen en is hoger dan de verkoopopbrengst die is genoemd in de door de raad vastgestelde grondexploitatie voor dit gebied. Daarbij komt dat Schipper Bosch de sloopkosten van de school nog voor haar rekening neemt.” Aldus Jan Burger.

Het college is dan ook van mening dat bij verkoop van de grond aan een andere partij de opbrengst niet hoger was geweest. Zij heeft zich daarbij laten adviseren door de Grontmij. Er zijn door het college tenslotte geen toezeggingen gedaan waardoor Schipper Bosch toekomstige bouwprojecten kan claimen. In het contract is slechts opgenomen dat het bedrijf wordt uitgenodigd (naast anderen) om in te schrijven voor bouwwerkzaamheden.

“Selectie van bouwbedrijven zal uitsluitend op basis van prijs en kwaliteit plaatsvinden,” zo besluit de wethouder.
De gemeenteraad heeft vanaf deze week inzage in alle achterliggende stukken.