Wijk bij Duurstede

Voor nieuwbouw van het Revius Lyceum is De Geer op het gebied van verkeer veiliger dan de gemeentewerf. Dat blijkt uit ambtelijk onderzoek in opdracht van het college. Dagelijks reizen zo’n 800 leerlingen heen en weer tussen huis en het Revius Lyseum. De leerlingen wonen redelijk verdeeld over de kern Wijk bij Duurstede. Zo’n 200 kinderen komen van buiten de stad. Ruim 135 wonen ten noorden van Wijk bij Duurstede (bijvoorbeeld in de kernen Cothen en Werkhoven). Zo’n 80 leerlingen komen uit het zuiden en gebruiken dagelijks het veer om naar school te gaan.

Uit het verkeerskundig onderzoek, dat ambtelijk is verricht, blijkt dat op dit moment de leerlingen van het Revius over de gehele dag 1826 oversteekbewegingen maken over de binnen de bebouwde kom gelegen gebiedsontsluitingswegen. Dat blijft zo wanneer het nieuwe Revius Lyceum op de plek van de huidige gemeentewerf wordt gebouwd. Wanneer nieuwbouw in de wijk De Geer zou plaatsvinden, daalt het aantal oversteekbewegingen over de hoofdwegen naar 1372.

De VVD liet onlangs in een bijeenkomst in de gemeenteraad weten dat de verkeerssituatie in De Geer veel onveiliger zou zijn. Volgens de liberalen was het zelfs noodzakelijk een rotonde aan te leggen wanneer gekozen zou worden voor de nieuwbouwlocatie De Geer. Dat wordt in het onderzoek dus bestreden. Uit de woongegevens blijkt overigens dat de meeste schoolgaande kinderen op dit moment uit de wijk De Geer komen (108). Zij kunnen straks dus gewoon lopend naar school.

Naast verkeerskundig onderzoek heeft het college ook nog eens nadere rapportages laten maken over mogelijke problemen vanwege archeologisch onderzoek, milieuvervuiling en een ruimtelijk perspectief (locatiestudie).
Op het gebied van archeologie heeft de locatie De Geer een zogenoemde ‘hoge trefkans’. Dat betekent dat rekening moet worden gehouden met hogere kosten voor archeologisch onderzoek. De locatie van de huidige gemeentewerf heeft een ‘lage trefkans’. Daarmee zouden de kosten voor archeologisch onderzoek hier ook lager zijn.
Op het gebied van milieu is de verwachting dat bodemonderzoek in beide gevallen zal leiden tot het gebruik van de grond voor realisatie van een nieuwe school en sportvoorzieningen. Vanuit milieutechnisch onderzoek spreekt het college een lichte voorkeur uit voor de locatie De Geer.

Tenslotte heeft het college nog een ‘quickscan’ laten verrichten door stedebouwkundig bureau Wissing. Het bureau concludeert dat beide locaties uitstekend geschikt zijn voor vestiging van een middelbare school. Bureau Wissing geeft aan dat vanuit ruimtelijke-stedebouwkundige optiek de locatie gemeentewerf toch een voorkeur kan hebben vanwege de concentratie van sportvoorzieningen (Mariënhoeve). Grootste nadeel van deze locatie is echter de verplaatsing van de werf. Dit brengt hoge kosten (tussen de 3 en 4 miljoen euro) en waarschijnlijk ook aanzienlijk tijdsverlies met zich mee.