Wijk bij Duurstede

WIJK BIJ DUURSTEDE – Lachgas is een product dat snel ingeburgerd is geraakt de laatste jaren. Met slagroomspuiten worden de capsules leeggespoten in een ballon. Vervolgens kun je het gas inhaleren via de ballon. Dit zorgt voor een snelle high waarbij je je licht in hoofd voelt. `Even een ballonnetje doen, wordt dat wel genoemd. Maar heftig gebruik brengt grote risico´s met zich mee. Omdat wij meer en meer meldingen  krijgen van gevonden, lege en dus gebruikte capsules in de gemeente, hebben we vragen hierover gesteld´, vertelt SP-er Jan Oechies.

Even een ballonnetje doen, lijkt voor veel jongeren de normaalste zaak van de wereld. Het is in vele uitgangscentra een ingeburgerd begrip. Uit recent onderzoek uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, blijkt dat steeds meer jongeren en jongvolwassenen de afgelopen jaren lachgas zijn gaan gebruiken. ´Het is goedkoop, werkt snel en is bovendien overal verkrijgbaar. Acht procent van de scholieren tussen de twaalf en zestien jaar heeft wel eens met het verdovende gas geëxperimenteerd. Van deze groep gebruikt tussen de tien en twintig procent dit minstens één keer per maand´, legt Oechies uit.

De SP heeft al in het verleden gewezen op de schadelijke effecten. Zo kan lachgas bij extreem heftig en langdurig gebruik een tekort aan vitamine B12 veroorzaken. ´Volgens het RIVM en de Universiteit van Amsterdam kan er neurologische schade ontstaan. Als men bijvoorbeeld de klachten negeert. Meestal is dat bij veelvuldig, vijftig ballonnen of meer in een paar uur, of langdurig, bijvoorbeeld bij tientallen ballonnen in anderhalve week. Maar de risico´s zijn er.´

Afgelopen week vernam de fractie dat gebruik van lachgas ook onder de rook van het Wijkse Huis van de Gemeente plaats vindt.  Op de stoep van Nogges lag een doos met lachgas patronen en een zak met ballonnen ´Schrijnend is dat deze er lagen en vervolgens schoolgaande kinderen deze hebben meegenomen. Bij navraag bij de politie bleek dat er verdeeld over de gemeente steeds meer patronen gevonden worden. Onze vraag hoe zorgelijk dat is en wat het college hier dan kan doen`, besluit Oechies.