h

De basis van de zorg moet op orde zijn

30 november 2015

De basis van de zorg moet op orde zijn

Foto: Cor van Londen/SP Veenendaal

Veenendaal/Wijk bij Duurstede – “De basis van de zorg moet op orde zijn!” Dat is volgens SP-wethouder Jan Burger uit Wijk bij Duurstede van groot belang bij de grote veranderingen in de zorg. Hij vertelde dat onder andere onlangs bij het novemberdebat dat georganiseerd werd door de SP in Veendaal. In activiteitencentrum Duivenwal sprak hij daarover met Cees van Hal (Wmo-forum) en CDA-wethouder Marieke Overduin uit Veendendaal.

Het spits werd afgebeten door Yolande de Meer, die als WMO-ervaringsdeskundige haar verhaal vertelde. Ze lijdt aan een neurologische aandoening, genaamd dystonie. Dit maakt dat de aansturing van haar spieren het soms laat afweten, waardoor alle dagelijkse dingen erg moeilijk tot zelfs onmogelijk kunnen worden.

De Meer gaf aan dat de medewerkers van het WMO-loket haar niet altijd even goed begrepen en dat haar hulpvraag soms ter zijde werd geschoven. De kosten die bij haar aandoening horen zijn meer dan ze kan opbrengen, maar omdat haar uitkering net te veel boven de bijstandsgrens is, kan ze geen beroep doen op bepaalde potjes en regelingen.

Na de inleiding van Yolande de Meer, was het tijd voor de paneldiscussie tussen Jan Burger, Cees van Hal en Marieke Overduin. Jan Burger is wethouder namens de SP in Wijk bij Duurstede. Wijk is een voorbeeldgemeente van hoe de WMO goed geregeld kan zijn.

Foto: Cor van Londen/SP Veenendaal

Volgens Burger moet de basis in orde zijn. Niet beknibbelen op een uurtje thuiszorg meer of minder, maar zorg dat dit gewoon goed geregeld is. Dat bespaart een hoop duurdere zorg, en vanuit een goed geregelde basis is het makkelijker om de rest te organiseren.

Daarbij houdt men in Wijk bij Duurstede de lijntjes kort. Het sociale domein is verdeeld over slechts twee wethouders, en de mensen van de gemeente en de welzijnsorganisatie vormen samen één team.

Hoe anders is het in Veenendaal, waar Marieke Overduin namens het CDA wethouder is. Hier is het sociale domein verdeeld over alle vijf de wethouders. De filosofie daarchter is, dat het hele college verantwoordelijk is. De uitvoering ligt primair bij welzijnsorganisatie Veens.

De grootste overeenkomst tussen Veenendaal en Wijk bij Duurstede is, dat beide gemeenten het sociale domein bedienen binnen het budget dat de rijksoverheid hiervoor beschikbaar stelt. Echter, blijft er in Wijk bij Duurstede geld over, dan blijft dit geld binnen het sociale domein: een overschot op de WMO geeft bijvoorbeeld ruimte om meer te kunnen doen aan jeugdzorg. In Veenendaal kunnen overschotten ook gebruikt worden om bijvoorbeeld de parkeerexploitatie te dichten; iets wat onlangs is gebeurd.

Ook blijken Burger en Overduin verschillende visies te hebben op de verantwoordelijkheid van een wethouder. Overduin benadrukte bijvoorbeeld, dat de besluitvorming bij de gemeenteraad ligt; Burger vindt dat het College ook een mening heeft - en dat die immers de besluiten die de gemeenteraad neemt voorbereiden. Ook schroomt Burger niet om een stevig woordje te spreken met uivoerders, wanneer er problemen boven komen; Overduin is meer van de school van afgebakende verantwoordelijkheden.

Cees van Hal is voorzitter van het WMO-forum, een adviesorgaan voor het College van Veenendaal waarin tal van belangenorganisaties voor WMO-gebruikers zijn vertegenwoordigd. Hij deelde de visie van Jan Burger, dat de basis op orde moet zijn - en voegde daar een dimensie aan toe: de kwaliteit van de keukentafel-gesprekken.

Van Hal: "Een goede wethouder, en goede beleidsambtenaren zijn aardig; maar wat echt belangrijk is, is de kwaliteit van de mensen die het keukentafelgesprek voeren. Daarmee valt of staat de kwaliteit van de geboden zorg en ondersteuning, dus daar moet je de beste mensen hebben."

Reactie toevoegen

U bent hier