h

Gemeente wil parallelwegen veiliger voor fietsers

29 augustus 2011

Gemeente wil parallelwegen veiliger voor fietsers

WIJK BIJ DUURSTEDE - Het college van Burgemeester en Wethouders heeft het provinciebestuur gevraagd om op de N229 tussen de Groenewoudseweg en de rotonde De Geer trekkers op de hoofdrijbaan toe te staan. Langs de N227 (van Cothen naar Doorn) zouden de parallelwegen aangepast kunnen worden door bijvoorbeeld bermverharding aan te brengen. “Dat komt de verkeersveiligheid van met name van de fietsers ten goede,” laat verkeerswethouder Jan Burger weten.

Al enige tijd ontvangt de gemeente meldingen over verkeersveiligheidsproblemen op wegen in het buitengebied, met name op de parallelwegen langs de provinciale wegen, op plekken waar fietsers en landbouwverkeer elkaar regelmatig ontmoeten. De afgelopen maanden heeft daarom een werkgroep bestaande uit de landbouworganisaties Cumela, LTO, ambtenaren van de provincie en de gemeente de problemen in kaart gebracht. Ook zijn er adviezen gegeven om die wegen verkeersveiliger te maken.

Allereerst zijn de verkeersbewegingen geteld. Daaruit bleek dat er dagelijks zo’n 1.000 fietsers op de parallelweg langs de Doornseweg verblijven en zo’n 250 lichte en 50 zware voertuigen. Voor de parallelweg langs de Cotherweg bedragen die aantallen: 700 fietsers en 150 lichte en 45 zware voertuigen. Het drukst is het ’s morgens tussen 8.00 en 9.00 uur. In de middag- en avondspits valt het drukste uur op de parallelweg tussen 15.00 en 16.00 uur. “Dan zijn er veel fietsende scholieren en dat geeft problemen bij het passeren van met name landbouwverkeer,” licht de wethouder toe.

Bij de keuze hoe het landbouwverkeer het beste afgewikkeld kan worden is er een dilemma. “Trekkers op de parallelweg leveren een mogelijk gevaar op voor fietsers, maar trekkers op de hoofdrijbaan levert weer onveiligheid voor het autoverkeer op,” vertelt Jan Burger.

Uitgangspunt van de provincie is, dat wanneer er parallelwegen aanwezig zijn, deze ook gebruikt worden voor trekkers. De gemeente komt op advies van de werkgroep tot de conclusie dat dit voor de parallelwegen langs de N227, gezien de trajectlengtes en de drukte op de hoofdrijbaan, reëel is. Landbouwvoertuigen op de hoofdrijbaan zou tot gevaarlijke situaties kunnen leiden als automobilisten deze voertuigen inhalen. Wel kan het dwarsprofiel van de parallelweg aangepast worden, bijvoorbeeld met fietssuggestiestroken of het aanbrengen van extra bermverharding.

Voor het traject langs de N229 tussen de Groenewoudseweg en de rotonde De Geer is het verplaatsen van landbouwvoertuigen naar de hoofdrijbaan, gezien het relatief korte traject en de aansluiting van de parallelweg op korte afstand van de rotonde, wel een optie. Overigens presenteert de wethouder komende maand nog een totaalplan om meer knelpunten voor het fietsverkeer -ook binnen de bebouwde kom- aan te pakken.

U bent hier