Wijk bij Duurstede

WIJK BIJ DUURSTEDE - De gemeente Wijk bij Duurstede scoort heel goed bij de hulp- en dienstverlening aan haar inwoners in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat is de uitkomst van het vergelijkend onderzoek ‘Landelijke benchmark Wmo 2009’, uitgevoerd door onderzoeksbureau SGBO in opdracht van het ministerie van VWS. “Hierbij zijn 188 gemeenten met elkaar vergeleken. Het gemiddelde cijfer ligt op een 6.9 en wij scoren een 7.7. Dat is dus dik daarboven”, vertelt wethouder Jan Burger.

Het onderzoek is gericht op alle negen prestatievelden van de Wmo. De gemeenten worden vergeleken op de onderdelen participatie van mensen met een beperking, leefbaarheid en sociale samenhang, jeugdbeleid, Wmo-loket, ondersteuning van mantelzorgers en van vrijwilligers, de beschikbare voorzieningen en de opvangmogelijkheden. Over het geheel genomen zijn de resultaten van Wijk bij Duurstede bovengemiddeld. “Dat is een mooi resultaat, maar geen reden om achterover te leunen”, zegt Jan Burger.

Het onderzoek is vooral bedoeld om inzicht te geven over waar de gemeente staat ten opzichte van andere gemeenten en welke punten aandacht vragen. “Zo blijkt uit het onderzoek dat in onze gemeente de afstemming van Wmo-voorzieningen met andere zorgvoorzieningen nog verbeterd kan worden. Dat neemt niet weg dat we trots mogen zijn op wat we voor elkaar hebben gekregen. Daar hebben onze medewerkers, de mensen van het Wmo-loket en andere zorgverleners heel hard voor gewerkt”, aldus de wethouder.

Opvallend resultaat is dat de gemeente de maximale score haalt (een cijfer 10) om mensen met een beperking (ook psychisch) deel te laten nemen aan de maatschappij en zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. “Dit is mede het gevolg van ons lokale Signaleringsnetwerk, waar stille en verborgen problematiek wordt gesignaleerd en aangepakt. In 2008 hebben wij hiervoor zelfs als waardering een prijs in ontvangst mogen nemen. Deze prijs en dit hoge cijfer laat zien dat we het dus goed doen met de uitvoering van de Wmo”, besluit Burger.