Wijk bij Duurstede

WIJK BIJ DUURSTEDE - De gemeente houdt nadrukkelijk ‘de vinger aan de pols’ wat betreft de overgang bij de huishoudelijke hulp van medewerkers en cliënten naar nieuwe zorginstellingen. Dat blijkt uit de beantwoording van wethouder Jan Burger op vragen van de SP en de PvdA. “Bij de aanbesteding is vastgelegd dat hulpen beloond worden volgens de CAO van de thuiszorg en ook bij andere zaken volgen we de ontwikkelingen nauwgezet,” laat Burger weten.

Na afloop van de grote zorgmarkt op 18 november jongstleden zijn er bij de gemeente Wijk bij Duurstede meldingen gekomen van mogelijke inschaling bij de CAO voor schoonmaakpersoneel en het aanbieden van zogenoemde 0-urencontracten.

Wethouder Jan Burger wijst er op dat in de contracten met organisaties voor het leveren van huishoudelijke werk nadrukkelijk is vastgelegd dat hulpen in loondienst betaald worden volgens de CAO voor de thuiszorg, waarbij medewerkers HH1 minimaal in schaal FWG 10 zijn ingeschaald en de medewerkers voor HH2 minimaal in schaal FWG 15 zijn ingeschaald.

Inmiddels is in de richting van de zorgaanbieders ook een bericht uitgegaan waarin is gemeld dat het toepassen van een andere CAO dan die van de thuiszorg in strijd is met het bestek. Naar aanleiding het aanbieden van zogenoemde 0-urencontracten is contact opgenomen met de bestreffende zorginstelling. Daarbij is gebleken dat men uitgaat van het principe ‘klant volgt hulp’. Om te voorkomen dat hulpen in dienst worden genomen, terwijl er geen zekerheid is dat de klant ook daadwerkelijk de hulp volgt, bieden organisaties soms eerst een 0-urencontract aan. Dit contract wordt, nadat de klant daadwerkelijk kiest voor dezelfde thuiszorgorganisatie als de hulpverleenster, opgehoogd. Ook hier geeft de wethouder aan dat de ontwikkelingen nauwgezet worden gevolgd.

Volgens de wethouder kan de gemeente alleen instaan voor de kwaliteit van de negen gecontracteerde zorginstellingen. “Via een persoonsgebonden budget (het PGB) kunnen cliënten iedereen inhuren. Er zijn marktpartijen die zich hierop richten en cliënten aansporen om voor een dergelijk PGB te kiezen om hen vervolgens in te huren. Dat kunnen we niet tegenhouden en we kunnen niet controleren of die zorg van voldoende kwaliteit is.”
Alle cliënten van zorginstellingen die stoppen per januari 2010, zoals Vitras/CMD, hebben overigens van de gemeente een brief gekregen met de mededeling dat zij een nieuwe aanbieder dienen te kiezen. Daarbij is een keuzeformulier gevoegd, dat geretourneerd moet worden aan het Wmo-loket. Begin december ontstaat zicht op cliënten die nog geen keuze hebben aangegeven. Deze worden individueel benaderd en zonodig terzijde gestaan. Op deze wijze wordt voorkomen dat cliënten ‘tussen wal en schip raken’ of onbedoeld kiezen voor een aanbieder waarmee geen contract is afgesloten.

SP-raadslid Henriëtte Sanders is tevreden met de antwoorden van de wethouder: “Het is een goede zaak dat de gemeente er bovenop zit. Ook wij zullen de ontwikkelingen blijven volgen en goed luisteren naar de ervaringen van de medewerkers en cliënten”.