Wijk bij Duurstede

Na enkele financiële tegenvallers heeft de gemeente eindelijk eens een meevaller. SP-wethouder van financiën Jan Burger kon 2,7 miljoen euro aan dividend bijschrijven van Gasbedrijf Centraal Nederland, het oude onderdeel van de Remu dat inmiddels is opgegaan in Eneco. ‘’Om een lang verhaal kort te maken; het bedrijf had geld gereserveerd voor verschillende claims, kreeg er minder dan gedacht en houdt dus geld over. Dat gaat rechtstreeks terug naar de oude participanten en dat zijn de gemeenten‘’, legt Burger uit.

De komende maanden zal de gemeente gaan kijken wat er met het geld gedaan kan worden. De socialisten menen dat het geld in ieder geval voor alle inwoners bestemd is. ‘’Het geld was en blijft van alle inwoners van de gemeente. Daarom moeten we kijken hoe de samenleving er het meeste aan heeft. Wat ons betreft mag het bij de voorjaarsnota dus niet gebruikt worden om gaten te dichten of opeens in grote projecten gestoken worden‘’, meent SP-fractievoorzitter Jeroen Brouwer.

Goed nadenken voordat het uitgegeven wordt, is een eerste vereiste. Brouwer loopt hierop vast vooruit. ‘’We willen zo graag wijkgericht werken. Dat kunnen we nu eens laten zien. We kunnen eens gaan kijken of we groot aantal kleinere dingen, waar mensen zich aan irriteren of waar men al een tijdje om vraagt, aanpakken. De scheefliggende stoeptegel waarover mensen vallen; de voetbalkooi die de jongeren willen; het groen aanpakken, de verlichting, het aanleggen van een verkeersdrempel of een oversteekplaats….. Er zijn genoeg van dat soort zaken.‘’

De SP heeft ideeën genoeg om eens tot een goede inventarisatie te komen. ‘’Afgelopen zaterdag hebben we bij winkelcentrum de Heul gestaan met een soort wensput. Daar komen mensen met verschillende suggesties. Misschien kunnen we dit met meerdere partijen doen. Gewoon de wijk in om de mensen aan te horen wat er aangepakt moet worden. Als SP zullen we de komende weken in ieder geval in alle buurten van Wijk bij Duurstede en de kernen Cothen en Langbroek aanwezig zijn om te horen wat er nu aangepakt moet worden.‘’, eindigt Brouwer.